In4it interviewt iedere editie een IT-specialist van een klant van Infotheek Group over IT-werk en privé. Deze keer: Peter van Duijn van Artsen zonder Grenzen.

 ‘Bij 45 graden wordt een computer ook sloom’

Zijn eerste missie naar Darfur zal Peter van Duijn nooit meer vergeten. Vooral de eerste dagen. Geland op Khartoem viel de verzengende hitte van Soedan als een hete deken over hem heen. Een dag later liep de kersverse medewerker logistiek van Artsen zonder Grenzen door een vluchtelingenkamp van bijna tien kilometer lang met maar liefst 100.000 mensen. “Niet te vatten als je dat voor het eerst ziet.” Bovendien brak er direct cholera uit. Dat betekende volledig focussen op het voorkomen van een epidemie. “Zeven dagen per week zetten we tenten op en richtten een behandelingscentrum in.”

Brand in het kamp

Ondanks de hitte en de grote werkdruk vond hij het werk na een tijdje toch erg fijn om te doen. “Het geeft veel voldoening als je mensen direct kunt helpen. Bijvoorbeeld toen er een brand uitbrak in het kamp. Bewoners waren het kleine beetje dat ze hadden, ook nog kwijt. Gelukkig konden we binnen een week weer basale voorzieningen voor ze regelen, zoals potten, pannen en plastic afdekzeilen.”
Toen Van Duijn na negen maanden naar Nederland terugkeerde, moest hij bijkomen. De volle werkweken, het groepsproces en de onrust in en rond het kamp hadden een wissel op hem getrokken. Maar hij wilde wel bij de club blijven. Toen Artsen zonder Grenzen hem bij de debriefing vroeg of hij vanuit Amsterdam IT en logistiek wilde doen, zei hij ja. “Het trok mij aan om zo bij allerlei verschillende missies betrokken te zijn.”

“Onze software moet goed werken, ook al zijn de verbindingen slecht.”

Never a dull moment

Van Duijn houdt zich tegenwoordig louter bezig met IT. Op het kantoor van Artsen zonder Grenzen in Amsterdam zorgt hij voor goed werkende hard- en software voor de missies. Ook geeft hij tweedelijns IT-support. IT is een cruciale voorziening voor medici en de medewerkers die zich bezighouden met logistiek in de rampgebieden. Ze gebruiken dit voor het bestellen van bijvoorbeeld medicijnen. Daarnaast dient de IT voor het maken van rapportages en contacten met het thuisfront.
Van Duijn vermaakt zich goed. Het is never a dull moment bij Artsen zonder Grenzen. Bij nieuwe rampen moet de organisatie snel schakelen. Ze zijn hier ook erg bedreven in. De benodigde materialen voor noodhospitalen kunnen vanuit een enorme opslag bij Schiphol direct richting rampgebied worden gezonden. Ook de hardware wordt zo snel mogelijk gebracht.
Artsen zonder Grenzen werkt met standaard hard- en software (1 imagefile), vertelt Van Duijn. “Wij willen niet dat in de haast lokaal computers worden aangeschaft. Onze software moet goed werken, ook al zijn de verbindingen slecht.” De IT is aangepast aan de soms gebrekkige voorzieningen. “Ons ERP-systeem UniField werkt met een lokale server, waardoor medewerkers met het systeem kunnen werken, ook als de internetverbinding tijdelijk wegvalt. Op de server kunnen ze orders plaatsen en voorraden beheren. De lokale server slaat de data op en stuurt deze door. Twee keer per dag synchroniseert de lokale server met onze Europese server.” Niet in elk gebied is het mogelijk om eigen hardware te gebruiken. In India kan dat bijvoorbeeld niet. Daar geldt een importverbod. “Dus bestellen we daar lokaal apparaten die zoveel mogelijk aan onze specificaties voldoen.”

“Een ventilator in een computer kan vastlopen door een overdosis zand. ”

Vastgelopen ventilator

Van Duijn gaat zelf elk jaar een aantal malen op korte missies naar conflict- en rampgebieden. Hij is een van de vier ‘field IT advisors’ in Amsterdam. Hij doet dan health checks van hard- en software. Ook leidt hij lokale IT-medewerkers op. Dit geeft hem veel voldoening. Deze IT’ers vinden volgens Van Duijn vaak snel een nieuwe baan: “De lokale bevolking ziet Artsen zonder Grenzen soms ook als een mooi opleidingsinstituut.”
Het is ter plekke vaak improviseren. Goed werkende verbindingen of energievoorzieningen zijn niet altijd een gegeven. Eenvoud is daarom geboden, vertelt Van Duijn. “Bij het ontwikkelen van nieuwe applicaties voor logistieke medewerkers, artsen en verpleegkundigen letten we erop dat het dataverbruik binnen de perken blijft.” Een andere complicerende factor is de vaak ruwe omgeving. Een ventilator in een computer kan vastlopen door een overdosis zand. Ook kan een computer traag worden door de hitte. Van Duijn: “De temperatuur loopt in Tsjaad op naar 45 graden in de schaduw. Dan worden niet alleen mensen sloom, ook computers. Die hebben dan koeling nodig.” Artsen zonder Grenzen werkt volgens Van Duijn overigens niet met speciale rugged hardware. “Dat vinden we te duur.” Afgeschreven apparaten (termijn 6 jaar) gaan terug naar de leverancier of een lokale partij. Zij wissen de data en zorgen voor hergebruik of vernietiging.

“De lokale bevolking ziet Artsen zonder Grenzen soms als een mooi opleidingsinstituut.”

Kapot kompas

Mede doordat Van Duijn zowel op kantoor als in het veld werkt, begrijpt hij het belang van voorbereiding. Dé uitdaging van zijn werk vindt hij om ‘hier iets te bedenken wat daar werkt’. “Voorbereiding is cruciaal. Wij testen in Amsterdam nieuwe spullen een paar keer, want het is niet zomaar terug. We bootsen de omstandigheden in het veld na, zoals de mogelijk slechte internetverbinding. Belangrijk. “Want niemand wil een ticketing-systeem gebruiken dat te traag is.”

Ook in het veld is een goede voorbereiding overigens cruciaal. Dat merkte Van Duijn bij een missie waarbij hij hielp een VSAT-satellietschotel te installeren. “We groeven een groot gat en goten daar een kuub beton in. Vervolgens installeerden we de schotel. Maar de ontvangst was erg slecht, omdat de VSAT niet goed op de satelliet gericht was. Het gevolg van een kapot kompas. We moesten alles weer uitgraven en opnieuw doen! Op zo’n moment baal je natuurlijk als een stekker, maar achteraf kan ik toch erg lachen om die leerzame ervaring.”

prive

Alleen met sport een gadgetfreak

Peter van Duijn: “De nieuwste modellen van telefoons of computers hoef ik niet zo nodig te hebben. Het gaat mij vooral om gebruiksgemak. Eigenlijk ben ik alleen een gadgetfreak bij sportactiviteiten zoals hardlopen en fietsen. Zo heb ik een mooie fietscomputer waarmee ik mijn prestaties bijhoud, bijvoorbeeld tijdens het fietsen van mijn woonplaats Haarlem naar mijn werk in hartje Amsterdam. Oh ja, en thuis heb ik nog een Raspberry Pi-minicomputer en een NAS-fileserver. Ik vind het leuk om te experimenteren met toepassingen voor de Raspberry Pi. Zo heb ik er laatst eentje geconfigureerd als Spotify streaming server. Een goedkope oplossing, en nog erg leuk om te doen ook.”